scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

Column: Beroepsmatige interesse

Gepubliceerd op 31 augustus 2010 door Niels Hendrix

Net als veel autosportminnende mensen in Nederland kijk ook ik met grote regelmaat naar de verrichtingen van Max (en Jos natuurlijk). Net zoals ik door de jaren heen de prestaties van Jos volgde. Ik noem mezelf geen fan van Jos, maar weet zeker zijn sublieme wagenbeheersing en agressieve rijstijl te waarderen. Ik praat dan ook liever over beroepsmatige interesse. Ik volg eigenlijk iedereen die ik via de autosport ken of heb leren kennen.

Mijn eerste kennismaking met Jos kwam toen "the Boss" in 1992 het Benelux kampioenschap Formule Opel Lotus ging rijden. Ik maakte toen ook zelf mijn eerste schreden in de fascinerende wereld van de autosport.
Iedereen in het team waar ik toen werkte en in het paddock had het over zijn snelheid. Toen ik vroeg wie die jongen dan wel mocht zijn, kwam hij juist aanrijden in zijn Opel Kadett en reed op de paddock, precies voor mijn neus, pardoes met inparkeren een flinke deuk in de zijkant van zijn autootje. Je kunt je voorstellen dat ik niet onder de indruk was... Dat veranderde echter snel toen hij dat weekend magistraal won! Andere coureurs konden eigenlijk alleen maar winnen als Jos uitviel door pech of schade.

Mooi is ook het verhaal van de Euro Races op Spa-Francorchamps datzelfde jaar. Het Benelux Formule Opel Lotus kampioenschap reed daar tegelijkertijd met de ultra competitieve Formule Opel Lotus Euroseries, zeg maar het Europees kampioenschap. Traditiegetrouw vulden de auto's van het Benelux kampioenschap het achterste deel van de startopstelling. Je moet nagaan dat in die tijd de datalogging nog in de kinderschoenen stond en ook de tijdwaarneming in de vrije trainingen was niet wat het nu is. Elk team had toen wel iemand die zelf alle auto's handmatig klokte met een zogenaamde "timing computer". Dus ook wij klokten de tijden zelf. Omdat de race meetelde voor het Benelux kampioenschap noteerden wij eigenlijk alleen de auto's van dat kampioenschap. Het valt namelijk niet mee om bijna veertig auto's te klokken.

Het viel ons op dat Jos een wel erg snelle tijd had gereden en dat terwijl het circuit nieuw voor hem was. Omdat het klokken mensenwerk was, gingen wij bij Paul Stewart Racing, een van de absolute topteams, navragen wat Jos voor een tijd gereden had om te kijken of we niet toevallig de verkeerde auto hadden geklokt. Al snel bleek dat de topteams helemaal niet geïnteresseerd waren in de langzamere auto's van het Benelux kampioenschap. Totdat wij vertelden welke tijd wij geklokt hadden. Jos zijn tijd was volgens ons goed voor de vijfde of de zesde plek, dus tussen de grote jongens in. De sessie daarna hadden alle topteams een knopje voor Jos op de "timing computer" en maakten sommige teams al bordjes met "Jos" voor op het pitbord! Als ik het mij goed herinner, finishte Jos erg ver vooraan en met maar drie wielen op de auto! Zijn naam was toen ook in Europa definitief gevestigd.

 

Foto

Armand Broekmans, Jos Verstappen en Jan Lammers

 

Foto

Armand Broekmans werkt aan de A1GP auto van Jos

Wat er daarna met zijn carrière gebeurde, is velen al bekend. Het werd een absolute "rollercoaster ride" met veel ups maar ook veel downs. Maar hij gaf Nederland wel waar het naar op zoek was: meetellen in de internationale autosport. Hij werd letterlijk en figuurlijk een voorbeeld voor velen in Nederland. Ongekend groot was zijn fanclub toen hij Formule 1 reed en zelfs toen hij geen F1 (meer) reed bleef zijn aanhang groot. Ik was een paar jaar geleden betrokken bij het ambitieuze A1 Grand Prix project van Jan Lammers, waar Jos toen een comeback maakte. Ik stond naast Jan toen hij via e-mail het persbericht de deur uitstuurde met de mededeling dat Jos voor A1 Team Netherlands ging rijden. Ongelofelijk maar waar, binnen een minuut stond het al op verschillende sites en werd er op talloze forums al druk gepraat over deze spectaculaire move. Jos was duidelijk nog niet vergeten!

Ook toen Van Merksteijn Motorsport samen met Frans Verschuur aankondigde dat Jos langeafstandsraces ging rijden en zowaar met Peter van Merksteijn en Jeroen Bleekemolen aan de beroemde en beruchte 24-uursrace van Le Mans zou deelnemen, stond Nederland weer op zijn kop. Okay, het waren niet meer die taferelen van vroeger, maar toch, de aandacht vanuit Nederland was ongekend. Zo ook het resultaat! Jos deed vele criticasters verstommen door soeverein samen met Peter en Jeroen in de LMP2 klasse Le Mans te winnen en zelfs in de top tien algemeen te eindigen. Jammer dat Jos nu niet rijdt, maar ook begrijpelijk. Want Jos is gewoon "ehrgeizig". Als hij iets doet, dan doet hij het goed. Dus geen competitieve aanbieding betekent dan ook geen zitje.

Maar goed, genoeg geschreven over Jos. Eigenlijk wilde ik het hier heel even hebben over Max. Het moge duidelijk zijn dat Max genoeg race-genen van zijn vader en moeder heeft gekregen, want wat is hij nu al goed bezig. Vele overwinningen en zelfs al een fabriekscontract op zak. Gelukkig doet Jos alle begeleiding zelf, want als er iemand de klappen van de zweep kent dan is Jos dat wel. En laten we eerlijk zijn, Jos is een stuk ouder en wijzer geworden.

 

Foto

Jos en Max Verstappen in gesprek met achtvoudig Le Mans winnaar Tom Kristensen

Iedereen heeft kunnen zien en lezen dat Jos afgelopen weekend op het circuit van Spa was om daar eens contacten te leggen voor Max zijn toekomst. Natuurlijk zijn er al vele zoontjes-van-coureurs geweest die hun geluk hebben beproefd in de autosport. Velen met weinig succes maar dankzij de contacten van vaders of vanwege de naam. Maar er zijn ook enkele zeer succesvolle voorbeelden. Denk maar eens aan Damon Hill of Jacques Villeneuve. Hoe dan ook denk ik dat die twee Verstappens goed bezig zijn met hetgeen ze nu doen. Veel karten, heel veel karten. Jos gebruikt zijn ervaring en Max levert de benodigde resultaten. Reden genoeg dus om ze te blijven volgen. Maar natuurlijk alleen maar beroepsmatig ;-)

Armand Broekmans