scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

Nieuwe plannen voor 2013

Gepubliceerd op 24 februari 2011 door Ron Lem

In de nabije toekomst zal er veel gaan veranderen in de Formule 1. Tegenwoordig draait het in de autowereld vooral om maar één ding: het moet zuiniger, het moet milieubewuster. Ook de Formule 1 lijkt deze dans niet te ontspringen en in navolging van deze trend heeft de World Motor Sport Council voor 2013 nieuwe voornemens voor de reglementen, die vooral draaien om minder verbruik en daardoor ook minder vervuiling.

De World Motor Sport Council onderstreept daarmee de lijn die de FIA heeft uitgestippeld. In een aantal jaren wil men komen tot een zuinige, schone, maar nog steeds krachtige wagen, die snel genoeg is maar niet meer die enorme hoeveelheden brandstof verbruikt zoals dit tot nu toe het geval is. De nieuwe motoren zullen dan ook terug moeten naar een maximum van vier cilinders. Om toch voldoende kracht te hebben worden zij ingespoten onder hoge druk. Liefst 500 bar inspuitdruk moet garant staan voor maximale verneveling en daardoor optimale verbranding met een zo groot mogelijke explosie van kracht. Het toerental mag tot maximaal 12.000 rpm gaan.

Met deze drastische wijzigingen wil men een besparing van 35% ten opzichte van het huidige verbruik bereiken. Verwacht wordt dat deze grenzen voor de fabrikanten een enorme uitdaging vormen die zal leiden tot geheel nieuwe vormen van energie management en energie terugwinning, zonder dat aan snelheid zal worden ingeboet. Een enorme uitdaging, mede omdat in 2013 nog maar vijf motoren per rijder per seizoen zullen worden toegelaten. Vanaf 2014 is dat er dan zelfs nog een minder en zal een coureur het met vier motoren per seizoen moeten gaan doen.

Het zijn nog maar voornemens en of dit alles er door zal komen is ook nog maar de vraag. Maar met deze insteek probeert de FIA terecht te komen op een lijn waarbij zij meer aansluit op de automobielbranche voor dagelijks verkeer en zou de Formule 1 nog meer dan nu een ontwikkelplatform kunnen worden voor onze eigen trouwe heilige koe.

Ron Lem