scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

McLaren houdt zich stoer

Gepubliceerd op 08 maart 2004 door Martin Zoon

Je zal maar teambaas zijn bij McLaren en na een race als afgelopen zondag in Australië moeten uitleggen waaraan het ligt dat je team zojuist een wanprestatie heeft afgeleverd. De hele wereld kijkt mee en je kunt of mag niet zeggen wat er werkelijk aan hand is. Tja, dan moet je je stoer houden en rakel je dus wat op over datgene wat je gehoor allang zelf heeft kunnen constateren.

"Het was een race die het grote gat tussen de ene en de andere bandenfabrikant liet zien", zo verklaarde Dennis over wat hij beschouwde als de hoofdoorzaak van het verschil tussen zijn coureurs en die van Ferrari. Om vervolgens een ander belangrijke oorzaak van de mislukte seizoensopening aan te halen met: "De motor is ook zeker een element van het pakket dat nog verbeterd moet worden". Nog meer excuses en algemene constateringen verlaten Dennis’ mond, terwijl het journaille hem driftig ondervraagd. Aan open deuren heeft men bij McLaren geen tekort, bewijst de teambaas, maar ja wat moet hij anders zeggen?


Ron Dennis en Norbert Haug, wandelend door de pitstraat

De teneur van de prestaties van het miljoenenteam uit Woking is de laatste jaren een negatieve, zoveel mag geconstateerd worden. Dit in tegenstelling tot de opwaartse spiraal waarin het te besteden budget omhoog draaide. Sinds het laatste behaalde wereldkampioenschap door Mika Häkkinen in 1999 ging het qua prestaties stijl bergafwaarts -met een uitzonderlijke opleving in 2003 dankzij Frans rubber en een tweedejaars F1-coureur uit Finland- en sleepte McLaren in 4 seizoenen nog maar 13 GP-overwinningen in de wacht. Ter vergelijk: in de twee voorgaande seizoenen, waarin Häkkinen inderdaad tweemaal wereldkampioen werd, kon men maar liefst 16 maal de grootste fles Mumm leegspuiten.
Tal van statistische gegevens zijn er voor handen om te staven dat het niet goed zit bij McLaren. Zoals gezegd, dong Kimi Raïkkönen het vorig jaar nog tot op de laatste race-dag nog mee om het wereldkampioenschap. Sterker, een terugblik op het gehele seizoen en alle beginnersfouten van de jonge Fin in ogenschouw nemende, leert dat McLaren het kampioenschap eigenlijk gewoon had móeten binnenhengelen.
Toch stond óók het vorig seizoen in het teken van de achteruitgang. De continue uitgestelde en uiteindelijke afgeblazen introductie van de MP4-18 wierp een zware schaduw over het seizoen 2003, bekeken vanuit management- en ontwikkelings oogpunt. De ‘Zilveren Dolfijn’ dook onder en kwam niet meer boven. Natuurlijk kun je er als team een keertje naast zitten, maar zo zwaar als vorig jaar en in verhouding tot het budget en de mogelijkheden van een team als McLaren, sloeg men op zijn zachtst gezegd een modderfiguur.

Dit jaar moest het anders gaan, zoveel was duidelijk. Men had het lek boven, zo verklaarde Martin Whitmarsh, managing director McLaren Racing, op 25 november van het vorige jaar. Tijdens de eerste testdagen in Valencia zag de 2004-bolide, de MP4-19, reeds het levenslicht. “De sleutel tot succes zit ´m in de vroege introductie van onze nieuwe auto” gaf Whitmarsh aan. Mercedes Motorsport vice-president Norbert Haug gaf hoog op over de nieuwe FO 110Q V10 motor en Ron Dennis vulde zijn kompanen aan met de gebruikelijke openingsquote: “het is onze intentie om in Melbourne volledig klaar te zijn om te gaan strijden voor twee WK’s”.
Klare taal van niet de minsten van de 900 werknemers van de McLaren Group, die binnenkort haar intrek nemen in een spiksplinternieuw optrek in Woking. Het prachtige, nieuwe ‘state-of-the-art’ McLaren Technology Centre geeft enerzijds de ambitie van het team aan, maar draagt tegelijkertijd bij aan de vergroting van het contrast ten op zichte van de prestatiecurve van de laatste vier jaar.
Zich zorgen maken om de basisvoorzieningen hoeft het team van McLaren dus niet te doen. Eén blik op de sponsor-pot zegt genoeg; de miljoenen stromen binnen en dat zal voorlopig nog wel zo blijven. Het woord ‘overdone’ komt in Dennis’ woordenboek niet voor.
Ik vraag me af hoe bijvoorbeeld een Paul Stoddart zich zou voelen wanneer hij de 40 digitale A4-tjes ‘press-release’ zou wegscrollen op zijn lap-top tijdens een verloren half uurtje achter een kopje beroemde Minardi-espresso.


DC test de MP4-19 in Valencia

Waar ging het dan mis met McLaren? Is het niet meer en niet minder dan de golfbeweging die men in iedere (sport)ontwikkeling gedwongen wordt te volgen? Is dit het dal na de piek van 1998 en 1999 en is het inzetten van een stijgende lijn slechts een kwestie van tijd? Of liggen de zaken anders en zijn Ron Dennis en zijn gevolg het spoor bijster? Het kan toch bijna niet zo zijn dat Adrian Newey slechts een gemiddelde ontwerper blijkt te zijn en dat Mario Illien geen top-motoren meer kan ontwikkelen?

Veel vragen; vragen waarop de antwoorden in de toekomst liggen verborgen. Wellicht kunnen we over twee weken in Maleisië de eerste antwoorden verwachten. Vast staat nu al dat Ron Dennis daar het excuus van de lage temperaturen van het asfalt niet meer kan opvoeren.
Vast staat ook, in ieder geval wat mij betreft, dat in Sepang al duidelijk zal worden waar McLaren dit seizoen zal staan. Wanneer het resultaat ook daar uitblijft, komt men daar in 2004 niet meer overheen, voorspel ik. De voorbereiding is er namelijk lang genoeg voor geweest. Benieuwd ben ik vervolgens ook naar de antwoorden van Ron Dennis, nadat zijn coureurs -in het hypothetische geval- zijn verslagen door die van Williams, Renault, B.A.R. en wellicht ook Ferrari. Blijft hij open deuren inschoppen, zoals hij dat afgelopen zondag in Melbourne deed of is Dennis dan zo stoer om de vinger ’s werkelijk op de zere plek te leggen?
De tijd zal het leren …(ook een open deur).

Martin Zoon