scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

Jos hoopt nog steeds op dit seizoen

Gepubliceerd op 05 juni 2002 door John ter Meer

Zoals beloofd hebben we eens in de zoveel tijd een uitgebreid vraaggesprek met Jos en tweewekelijks een onderhoud over de afgelopen en komende Grand Prix. Vandaag een combinatie van die twee. We hebben Jos aan de telefoon terwijl hij thuis naar het WK voetbal kijkt: USA-Portugal. “Bij sommige teams hebben we momenteel écht goede contacten dus ik sluit een rentree dit jaar nog steeds niet uit. Maar het vizier staat ook op volgend seizoen.”

Afgelopen weekend reed zijn pupil Giedo van der Garde in België een WK kartwedstrijd in de superklasse A. Jos was erbij en keek naar de verrichtingen van dit karttalent die uitkomt voor het kartteam van Jos.

Hoe is het met Giedo gegaan, afgelopen weekend tijdens de WK?
“Redelijk goed mag ik wel zeggen. Het WK in de superklasse A (de hoogste klasse in de kartsport) gaat over 5 wedstrijden. Dit was de eerste. Elke wedstrijd kent 2 finale’s. In de eerste finale werd Giedo derde en in de tweede eindigde hij als vierde. Jammer genoeg waren er in die laatste finale problemen met de carburateur. Anders had er nog wel een beter resultaat ingezeten. Hij staat nu in de tussenstand voor het WK tweede. De volgende wedstrijd is in Finland, over drie weken.”

Zie je daar nog meer toekomstige F1 talenten rondrijden?
“Je weet nooit of ze dat ooit zullen halen, maar er is een aantal talenten, zeker. Giedo is er een van, maar ook Carlo van Dam en Ben Henley zijn grote talenten. Er rijden naast Giedo en Carlo nog twee Nederlanders in deze klasse, Pascal Westerhof en Randy Bakker. Het is een zware klasse, deze super A. De beste 32 karters ter wereld rijden hier rond. Het zijn niet alleen jonge gasten. Er rijden nog jongens rond waarmee ik zelf nog gekart heb. Gasten van mijn leeftijd dus. Professionals in de kartsport.”

Kart je vrouw Sophie nog wel eens?
“Nee, niet veel meer. Zij kwam overigens zelf ook uit deze superklasse A. Vorig jaar heeft ze nog eens gereden, een rondje of tien. Maar toen werd het voor haar conditioneel toch wel zwaar.”

Je had hoop op een snelle rentree in de F1, hoe denk je daar nu over, zowat op de helft van dit seizoen?
“Je weet het natuurlijk nooit. We blijven steeds in contact met verschillende renstallen. En bij sommige teams zijn de contacten gewoon écht goed dus ik sluit niks uit. Maar het vizier staat ook op volgend seizoen. En rijden we dit jaar nog dan is dat mooi meegenomen.”

Ben je op de Nürburgring over 3 weken?
“Ja, dan ga ik weer eens kijken. Even mijn gezicht laten zien in het wereldje. Ik hoef eigenlijk niet zo nodig, maar het kan nooit kwaad om je oud-collega’s weer eens te ontmoeten.”

Met wie uit de F1 had je het laatst contact en waar ging het over?
“Ik heb wekelijks contact met mensen uit de F1 wereld. De laatste was Greg Wheeler, vorige week, mijn vorige engineer bij Arrows die nu bij Minardi zit. Waar je over praat? Je hebt het over zijn ervaringen bij dat team. Maar je praat over van alles. Over de teams, de races, wat er gebeurt, de geruchten. Gewoon even kletsen.”

Kunnen we nog meer tv-optredens verwachten, net zoals op SBS 6 laatst?
“Dat hangt er vanaf of er zich wat aandient en hoe de aanbieding is. Die race tussen Olav Mol en mij had in elk geval met racen te maken. Dat vind ik wel leuk. Maar je zult me niet snel bij spelletjes zien op tv. Om daaraan mee te doen, daar hou ik helemaal niet van.”

Afgezien van het feit dat jij een superkarter bent: is die Mol écht zo zwaar of kan hij gewoon niet karten? 25 Seconden verliezen op 4 rondjes is toch wel veel…
“Haha, Olav heeft wel veel race ervaring, maar een karttalent is het niet. Hij weegt dan wel 30 kilogram meer dan ik, maar 7 seconden verliezen per rondje is inderdaad niet best. Van de andere kant: ik kart zelf al 22 jaar en heb zo’n beetje alles gewonnen wat er te winnen viel dus in die zin was het natuurlijk een ongelijke strijd.”

Verschillende coureurs hebben naast hun F1 nog wel wat hobby’s, de ene iets verrassends, de ander niet. Zo kruipt Eddie Irvine nog wel eens achter een drumstel, oud coureur Damon Hill neemt wel eens een gitaar ter hand en Michael Schumacher voetbalt weer erg graag. Heb jij nog een hobby die we nog niet kennen, iets verrassends? Postzegels verzamelen, dahlia’s kweken?
“Haha, zo’n soort verrassingen gelukkig niet. Met mijn opsomming ben ik gauw klaar: karten en motoren tunen. Dat zijn voor mij de leukste hobby’s die er zijn. Daarnaast fiets ik veel. Vroeger vond je me ook nog wel eens langs de waterkant, met een hengel. Maar dat doe ik niet meer, daar ben ik toch te ongeduldig voor. Zo af en toe doe ik wel eens een voetbalwedstrijdje mee. Maar ik vlieg er niet helemaal voor naar Monaco, zoals laatst die wedstrijd met Michael Schumacher.”

Hoeveel uur per dag ben met je met je conditie bezig?
“Dat is verschillend. Als ik een gemiddelde moet geven dan zal het een uurtje of twee à drie zijn. Met name fietsen en wat fitness.”

De afelopen race in Monaco: die crash van Sato. Was dat nou een gebrek aan ervaring of gewoon dom?
“Laat ik het erop houden dat het geen bijzonder slimme actie was. Als je aan de kant moet voor je teammaat, omdat het team dat van je verlangt, dan moet je dat natuurlijk doen. Maar dan zeker niet dáár, in die tunnel. Het is het snelste stuk op het circuit en er is maar één lijn. Omdat Monaco een zwaar circuit is voor de banden ligt er nogal wat troep op de baan. Als je in de tunnel van je lijn afgaat dan heb je helemaal geen grip meer. Hij had Fissichella moeten laten passeren op een langzaam stuk. Die mogelijkheden zijn er genoeg in Monaco.”

Inhalen op Monaco is moeilijk, zo niet onmogelijk. Toch zijn er coureurs die het voor elkaar krijgen. Maar David Coulthard lukte het vorig jaar niet om Enrique Bernoldi te passeren. Zelf haalde je vorig jaar vijf coureurs in. Hoeveel procent lef zit daarbij?
“Aan lef ontbreekt het vaak niet bij F1 coureurs. Ze zijn geen van allen bang om de grenzen te verkennen, want anders heb je niks te zoeken in de F1. Het heeft meer te maken met een combinatie van een goede voorbereiding, geduld, tactiek en toch misschien net dat beetje méér lef. Dus een aanval moet je goed voorbereiden, kijken waar de mogelijkheden liggen, het circuit dus erg goed kennen, waar kan ik van mijn lijn af, geduld hebben, druk op je voorganger zetten, links erachter, rechts erachter, je moet hem gek maken. Ook je reputatie kan belangrijk zijn. Bij de ene coureur gooien ze wat makkelijker de deur dicht dan bij de ander. Bij mij zullen ze dat niet zo snel doen.”

Je tipte voor de Grand Prix van Monaco succes voor de Bridgestone rijders. Toch ging Michelin met de eer strijken. Ook Sauber kwam niet uit de verf, terwijl je daar wel wat van verwachtte. Waar lag dat aan?
“Zo zie je maar weer hoe belangrijk de banden zijn. Ik vond overigens de Bridgestones in de race beter dan tijdens de kwalificatie. Er lag steeds meer rubber op de baan en je zag gaandeweg de race dat de Bridgestones beter gingen. Maar ja, tijdens de kwalificatie hebben de Michelins toch wel tikken uitgedeeld en bij een race als in Monaco heb je bij een goede kwalificatie al bijna gewonnen. En Sauber kwam daardoor ook minder goed uit de verf.”

Je hebt zelf een stuk ontwikkeling van de nieuwe Arrows meegemaakt. Nu blijkt het inderdaad een competatieve auto te zijn, op welk vlak denk je dat Arrows de meeste vooruitgang heeft geboekt?
“Op twee fronten hebben ze heel veel vooruitgang geboekt. Op de eerste plaats de motor natuurlijk. In vergelijking met de Asiatech heeft de Cosworth 70 pk meer, dat scheelt een slok op een borrel. En op de tweede plaats de aerodynamica. Je kunt niet zeggen dat ze op een bepaald punt met de aerodynamia flink vooruit zijn gegaan. Want elke verandering werkt modificaties voor de gehele auto in de hand. Maar door de komst van Petrucci van Ferrari is de aerodynamica van de Arrows met ongeveer 15 procent verbeterd.”

Waarin verschillen Frentzen en jij als coureur? Waarin vind jij jezelf beter en op welk vlak denk je bij hem achter te blijven?
“We moeten oppassen dat we geen appels met peren vergelijken. Kijk in dat verband maar eens naar Jenson Button. Vorig jaar verloor hij de slag van zijn teammaat bij Benetton, Giancarlo Fissichella. En dit jaar bijvoorbeeld troeft hij regelmatig Jarno Trulli af. Je kunt het ene jaar niet vergelijken met het andere jaar. En dat is niet te vermijden als je mij met Frentzen vergelijkt. Ik reed vorig jaar bij Arrows, hij dit jaar. En ook nog eens in een moeilijk vergelijkbare auto. In zijn algemeenheid zeg ik: Frentzen doet het goed in kwalificaties en ik ben een betere starter en racer.”

De Grand Prix van Canada, komend weekend. De remmen zijn cruciaal, dat heb je zelf gemerkt vorig jaar. Zijn er reglementaire of technische beperkingen met betrekking tot de remschijven?
“Reglementair niet; je mag zoveel setjes gebruiken als je maar wilt. Technisch wel; de remschijven mogen maximaal 28 mm dik zijn. En dat is meteen het probleem in Canada, een circuit dat extreem zwaar is voor de remmen. Je kunt dus wel remschijven wisselen, zoveel je maar wilt, maar dat wordt toch lastig als je dat tijdens de race moet doen. Dat gaat dus niet. Het is dus maar te hopen dat je remschijven het houden gedurende de race. Bij mij dus niet, vorig jaar.”

Wie tip je als eindoverwinnaar in Canada, en waarom?
“De Ferrari’s natuurlijk, wanneer eigenlijk niet ga je je afvragen. Daarnaast verwacht ik dat BMW Williams hoge ogen kan gooien vanwege de sterke motor. En ook heb ik het gevoel dat McLaren weer op de weg terug is. Een goed voorbeeld daarvan zagen we in Monaco met David Coulthard.”